Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Interview Lecong Zhou, junior conservator Aziatische Keramiek in het Groninger Museum: “Ik zie mijzelf als een brug tussen twee culturen”

“In het gastenboek tekenen veel bezoekers een eigen draak, maar dat is dan vaak een wezen met vleugels. De westerse draak dus, die het tegenovergestelde is van de Chinese: vernietiging in plaats van voorspoed,” aldus Lecong Zhou, junior conservator Aziatische keramiek van het Groninger Museum sinds december 2023. Hij heeft het over de huidige tentoonstelling Draken en Demonen in het Starck Paviljoen van het Groninger Museum. “Ik zie mijzelf als een brug tussen die twee culturen en probeer meer kennis en begrip te brengen.” Hoe komt een geboren Chinees in Groningen terecht?

Lecong is geboren in de provincie Anhui in Oost-China. Na zijn middelbare school kwam hij naar Groningen voor de bachelor Kunstgeschiedenis. “De enige bacheloropleiding die geheel in het Engels was en bovendien niet alleen kunst, maar ook de geschiedenis van architectuur en landschap in het programma had.” Daarna ging hij zich in Utrecht specialiseren in de verspreiding van Chinese keramiek in het westen. Pas tijdens een stage in het Rijksmuseum, waar hij zijn eerste kleine solotentoonstelling maakte, leerde hij de collectie van het Groninger Museum kennen, als een van de vier belangrijke museale verzamelingen in Nederland. Want in tegenstelling tot het Rijksmuseum, Princessehof en Kunstmuseum Den Haag, was de rijke collectie in Groningen toentertijd niet te zien voor publiek sinds oud-conservator en kenner Christiaan Jörg in 2003 vertrokken was.

“Ik woonde drie jaar in Groningen tijdens mijn bachelorstudie, maar ik heb niet veel van de collectie gezien in die tijd.” Je moest een afspraak maken voor een bezoek aan het depot en dat is precies wat Lecong later deed.

15.000 KERAMISCHE OBJECTEN

Met Jörg maakte hij de huidige tentoonstelling Draken & Demonen — 5000 Jaar Aziatische Keramiek uit de Collectie Anders. Ze stelden deze samen uit de verzameling van het echtpaar Anders, die nu in langdurig bruikleen is aan het Groninger Museum. De hele Groninger collectie is historisch gegroeid met wat hier vanaf de 17e eeuw bijeen werd gebracht. “Kwantitatief is de collectie keramiek een van de grootste van Nederland, met zo’n 15.000 objecten”, vertelt Lecong. “De waarde ligt niet in een paar absolute topstukken, zoals in het Rijksmuseum, maar juist in de exemplaren die de ontwikkeling van de handel en de invloed van het Aziatische porselein op het Nederlandse aardewerk laten zien. Studiestukken dus, van groot academisch belang. Jörg heeft deze verzameld, erover gepubliceerd en is daardoor over de hele wereld dé expert geworden. Niet alleen voor academici, ook voor veilinghuizen, kunsthandelaren en dergelijke werd de collectie van het Groninger Museum, die hij als voorbeeld nam, een belangrijk ijkpunt.”

Tussen beide is wel een verschil: waar Jörg vanuit een Nederlands standpunt keek, doet Lecong dat vanuit een Chinese blik. “Naast Jingdezhen, hét productiecentrum voor het porselein waar de VOC in handelde, zijn er meer dan vijftig grote productiecentra in China en Japan.” Waar wij het Delfts aardewerk als eigen beschouwen, ziet Lecong het Chinese porselein voor de binnenlandse markt als zodanig.

EXPORT-PORSELEIN

Lecong is vooral geïnteresseerd in de materiële objecten en het productieproces: de bijzondere techniek van het maken, de samenstelling van het porselein, de benodigde temperaturen voor het bakproces. Meer dan in het esthetisch standpunt. “De voorstellingen op het export-porselein zijn gemaakt om in de Nederlandse behoefte te voorzien en vaak naar Nederlands voorbeeld. Wat het voorstelde, kende de Chinese schilder niet. Hij maakte het zo goed mogelijk na.”

De komende tijd is Lecong vooral druk met de collectie: het inschrijven, dateren en bestuderen van de nieuwe aanwinsten en het maken van een bestandscatalogus. Hij heeft verschillende ideeën over tentoonstellingen. “Je kunt uit de collectie iets leren over de Nederlandse cultuur door het export-porselein, maar ook over de Aziatische zienswijzen. Deze lente ga ik naar China om te zien of er een samenwerking mogelijk is.” Een van die plannen gaat over de natuurbeleving in Aziatische kunst: niet realistisch maar spiritueel. Samenleven met de natuur, niet veroveren en overheersen. De komende jaren ziet Lecong zich nog met plezier werken in het Groninger Museum. Hij wil een vooraanstaand specialist worden en daarvoor beschouwt hij de museumcollectie als noodzakelijke basis. Er is nog zoveel in te ontdekken.

Over topstukken is alles al bekend, daar valt geen eer aan te behalen

“Over topstukken is alles al bekend, daar valt geen eer aan te behalen”, lacht hij. Hij ziet mogelijkheden voor samenwerken met eigentijdse kunstenaars. Maar hij waarschuwt ook voor de generalisatie in de huidige kunst: er is nauwelijks verschil tussen een Chinese kunstenaar en iemand uit een ander deel van de wereld. “Ik wil graag ook het eigen karakter benadrukken, bijvoorbeeld het verschil tussen Chinees porselein en Delfts aardewerk.” De Chinese draak is immers heel anders dan de westerse…

De expositie Draken & Demonen — 5000 Jaar Aziatische Keramiek uit de Collectie Anders is nog t/m 21 juni 2026 te zien in het Groninger Museum.

✍️ Steven Kolsteren
📸 Christopher Smith (foto's Lecong)

Dit artikel verscheen eerder in KUNST. magazine #3 (p. 26-27).