Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Tschumipaviljoen

DichtLicht op het verleden / De familie Goudsmit

2022

17 december 2021 t/m 24 maart 2022

DichtLicht op het verleden deelt persoonlijke verhalen van Groningers over de doorwerking van het slavernijverleden in hun (familie)leven.

In het Tschumipaviljoen worden dagelijks vanaf zonsondergang betekenisvolle woorden uit gedichten van stadsdichter Myron Hamming getoond in het lichtkunstwerk van Lambert Kamps. Vier Groningers vertellen Myron Hamming over de invloed van de koloniale geschiedenis op hun (familie)leven. Geïnspireerd door hun verhalen schrijft hij vier gedichten. Iedere twee weken wisselen de gedichten elkaar af.

Het vierde familieverhaal in de reeks is dat van de familie Goudsmit. Te zien van 17 februari t/m 3 maart.

Het verhaal van de familie Goudsmit

Charles Goudsmit (1954): “In 1965 zijn we vanuit Indonesië naar Nederland gekomen. Ik was toen tien jaar. Mijn vader had kanker en was ernstig ziek; van Schiphol gingen we direct naar het ziekenhuis, waar hij drie weken later overleed. Vanaf dat moment stond mijn moeder er helemaal alleen voor, met zeven kinderen. Alleen haar oudste was in Indonesië gebleven, om te trouwen. Niemand van ons kon Nederlands, ook mijn moeder niet. Van de geschiedenis van mijn vader wist ik eigenlijk  niets, omdat hij er nooit over had verteld.
Daarom ben ik in 1990 naar Indonesië teruggegaan; om mijn familiegeschiedenis uit te zoeken, én om te zien of iemand misschien nog iets wist over mijn oma. Eenmaal daar ontdekte ik dat zij nog een pleegdochter had geadopteerd. Haar heb ik vervolgens opgezocht, en toen heb ik het hele verhaal gehoord, over hoe het allemaal gegaan is.

“Mijn overgrootvader bleek waarschijnlijk uit Ghana te komen. In de koloniale tijd was Nederland in de minderheid in Indonesië. Om mensen in het gareel te houden, hadden ze soldaten nodig. Die werden overal vandaan gehaald, ook uit Afrika dus. Zo kwam mijn overgrootvader in Indonesië, en werd hij een van de zwarte soldaten van de KNIL. Die stonden ook wel bekend als belanda hitam – ‘zwarte Hollanders’.

"Mijn overgrootvader trouwde vervolgens met een Javaanse vrouw. Uit dat huwelijk kwam mijn oma Floor voort. Zij ontmoette de Joodse Nederlander Salomon Goudsmit, met wie ze twee zonen kreeg, mijn vader en mijn oom. Toen Salomon ziek werd ging mijn oma met hem mee naar Nederland. Tegen zijn familie zei hij dat mijn oma zijn huishoudster is. Na zijn overleden keerde zij weer terug naar Indonesië.
Tot mijn grote verbazing had de pleegdochter van mijn oma ook foto’s van mij als kind.  Ik was zo verbaasd en zo blij toen ik dat zag. Tot die tijd kon ik me eigenlijk helemaal niet voorstellen waar ik vandaan kwam. Voor het eerst was het tastbaar.

“Mijn familie is eigenlijk altijd op weg geweest, op zoek naar een veilige plek, en die zoektocht is meestal niet vrijwillig geweest. Elke keer weer die vraag: hoe kan ik een plek creëren voor mijzelf en voor mijn geliefden? Dat doet iets met iemand, wanneer je hen hun thuisgevoel ontneemt. Zo’n veilige plek is niet alleen iets letterlijks. Als je de enige persoon van kleur in een witte organisatie bent, en iemand je een ‘knuffelallochtoon’ noemt, dan lacht iedereen. Alsof het een grapje is. Maar het raakt me, precies omdat het me op een plek neerzet waar ik niet wil zijn, die me reduceert tot iets kleins. En als je dat doorvertaalt naar mijn eigen familie, dan kom je dus op patronen van niet gezien worden, van klein gemaakt worden, die zich al 350 jaar lang herhalen. Onze ervaringen staan niet los van elkaar, maar worden gevormd door precies hetzelfde mechanisme dat zegt: zwart is geen mens.

“Ik heb mezelf als opdracht gesteld dat het systeem waarin we zitten transparant moet worden. Ik ben heel gevoelig voor onrechtvaardigheid, vind het heel belangrijk om de patronen bloot te leggen waardoor slavernij en kolonialisme worden gereproduceerd. Want hetzelfde verdeel- en heerssysteem is nog steeds aanwezig in Nederland: je ziet het nu ook weer bij de toeslagenaffaire, en in Groningen ook nog eens op een andere manier, namelijk rondom de aardbevingsproblematiek. Wat ik geprobeerd heb met restaurant Xapoe in Assen, en nu ook met De Omhelzing hier in Groningen, is het creëren van mijn eigen plek, om juist daardoor ook weer de ruimte te kunnen geven aan andere mensen om hun plek te vinden. Die perspectieven die altijd buitengesloten zijn, moeten de ruimte krijgen en betrokken worden.”

Tekst: Ruby de Vos

BELUISTER HIER HET GEDICHT VAN MYRON HAMMING

ze zeiden

als je rust

als je geluk

wilt vinden zoek dan niet

te ver bij jezelf vandaan

 

zo ver ligt het niet

 

ze zeiden

dat in de buurt van liefde

het meeste wel

te vinden is in stilte

dan pas de vragen klinken

 

ik vroeg

 

hoe lang laat een geschiedenis zich uitsmeren

legt zij versleten dekens

over dagen van nu

 

ik vroeg

 

hoe lang kan een familie

hete adem met haar mee

dragen in een zoektocht naar een thuis op vreemd terrein

 

hoe leer je

aarden op nieuwe gronden hoe vind je

rust in overlevingsstand

hoe kun je

vestigen in de afwezigheid van tijd

 

hoe leer je

dat klinken als jezelf

zo onderling te bewegen

dragen en doen, geen ruimte

innemen is, maar zachtjes vloeien is, langs grenzen van de ander

die ook maar zoekt

 

ik vroeg

 

of liefde niet altijd

ontastbaar hoeft te zijn niets hoeft te wezen

waarvoor je eindeloos de juiste woorden najaagt

of het een plek is

ergens in de ruimte tussen ons in stilte vroeg ik hen

in een moment van

vertraagde tijd

hoe een plek als deze

zich laat vinden

en hoe je altijd

een thuis vindt

als je gedwongen onderweg was

bent

en blijft

 

Myron Hamming, Stadsdichter van Groningen

Februari 2022

 

DichtLicht

DichtLicht van Lambert Kamps (1974) is een installatie die met verlichtingsbuizen woorden “schrijft”. De lampen schuiven langzaam in en uit gesloten kokers. Op deze manier worden woorden uit de gedichten van Myron Hamming verbeeld. Lambert Kamps is kunstenaar en ontwerper te Groningen. Hij studeerde mode en design voordat hij in 1994 aan de kunstacademie in Groningen ging studeren. Zijn werk presenteert hij in galeries, op beurzen en tijdens plaatsgebonden evenementen. Het werk bevindt zich op het grensvlak van kunst, architectuur en design.

DichtLicht op het verleden is de eerste publieke uiting van een vooronderzoek naar hoe met beeldende kunst de gedeelde geschiedenis van ons slavernijverleden zichtbaar kan worden gemaakt in de openbare ruimte. Het onderzoek richt zich specifiek op een nog op te richten monument ter herdenking van het Trans-Atlantische en Aziatische slavernijverleden van Groningen, op een betekenisvolle plek in de openbare ruimte. Kunstpunt voert dit onderzoek uit in opdracht van de gemeente Groningen en in samenwerking met stichting Noaberschap en andere betrokken organisaties en personen. Kunstpunt en Lambert Kamps hebben het kunstproject DichtLicht op het verleden ontwikkeld om bij te dragen aan het collectieve bewustzijn met betrekking tot dit onderwerp.

Met deze nieuwe expositie neemt Kunstpunt het stokje over van de stichting Tschumipaviljoen en curator Marinus de Vries, die het paviljoen beheerden sinds 1995. 

DichtLicht op het verleden sluit aan bij de culturele manifestatie Bitterzoet Erfgoed. Musea, erfgoedinstellingen, culturele en educatieve organisaties uit stad en provincie Groningen besteden van 18 februari tot 12 september 2022 aandacht aan het slavernijverleden in Groningen en de doorwerking hiervan op het heden.