Zonder titel (12 delen)
Kees Wiersema
Over dit kunstwerk.
In de poorten tussen het Deliplein en de Atjehstaat hangen twaalf schilderijen. De twaalf panelen zijn onder te verdelen in vier series van drie. Samen vertellen ze een tijdsverhaal.
De eerste serie bestaat uit voorstellingen van ridders, varkens en middeleeuwse zotten. Wiersema probeert met deze koddige fantasiefiguren de droomwereld van de vroegste jeugd op te roepen. De schilderijen sluiten bovendien aan bij het vroegste begin van het Deliplein, dat bij de bouw in 1918 als een fort in de weilanden lag, een flink eind van de rest van de stad af.
In de tweede serie vertelt Wiersema in drie grote panelen de historie van de stad Groningen. De wilde rit van de varkens is overgaan in de werkelijkheid van twee briesende paarden; een verwijzing naar de eertijds roemruchte paardenkeuringen in de stad. Op de andere twee panelen zijn enkele monumenten van de stad te zien: de in roze en groen geschilderde Herepoort, en – tegen een avondrode achtergrond – de torens van de Martinikerk, het Academiegebouw en de Der Aakerk.
In de derde serie krijgt het avondrood een nieuwe betekenis. In diepe roodtinten neemt de kunstenaar de beschouwer mee naar zijn eigen leven. Daarbij kiest hij drie zaken die iets over hemzelf zeggen. Het silhouet van de jonge vrouw stelt zijn geliefde voor. Zij maakt als jongvolwassene een lange neus naar de wereld. De fiets verwijst naar de 'kunstfiets' uit een ander project van Wiersema en in de geknakte witte vlag is het beeldmerk van Galerie Forma Aktua te herkennen, waarvan Wiersema een aantal jaren bestuurslid is geweest.
De vierde serie ten slotte bestaat uit drie abstracte voorstellingen. Met het loslaten van de figuratie wil Wiersema verbeelden dat de tijd van jeugd en jeugdige overmoed voorbij is. De serie begint met een streng constructivistisch werk: er is een nieuwe duidelijkheid, de mens heeft zijn plaats in de wereld bepaald. In het tweede werk echter worden de streng geometrische vormen doorbroken. Vlakken en lijnen zijn minder strak; het vaste wereldbeeld blijkt niet houdbaar. De ladder op het schilderij – de jacobsladder – verbeeldt de mogelijkheid om op te klimmen naar een nieuw bewustzijn. Op het laatste schilderij van deze serie is een sterrenhemel te zien. Het is voorbij, maar het is geen einde. De donkerblauwe kleur is die van de eerste nacht, de tijd van dromen. Het einde is tevens een nieuw begin.
Over de totstandkoming.
Omdat de blinde muren van de poorten tussen Deliplein en Atjehstraat voortdurend beklad werden met graffiti besloot woningcorporatie De Huismeesters de poorten te verfraaien met een kunstwerk. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de buurtbewoners de kunstwerken zouden maken, maar omdat dit niet genoeg materiaal opleverde, kreeg Kees Wiersema de opdracht twaalf panelen te vervaardigen. Een gedicht dat Paul Borggreve schreef hangt ook in één van de poorten.
Locatie.
Atjehstraat, Atjehstraat (bij de poorten)
Facts & Figures.
-
Door
Kees Wiersema -
Jaar van realisatie
2006 -
Kunstsoort
Kunst in/aan bouwwerk -
Materiaal
Verf