Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Muurschildering trouwzaal Stadhuis

Johan Dijkstra

Over dit kunstwerk.

De wanden van de trouwzaal zijn in 1938 beschilderd door Johan Dijkstra (1896 – 1978). Omdat de trouwzaal ‘van het noorden haar licht ontvangst’ gebruikte Dijkstra lichte kleuren, zo schrijf hij in een toelichting op zijn drieluik.

De middelste wand toont de stad Groningen, die oprijst uit wat volgens Dijkstra de hoofdbronnen van haar bestaan waren: landbouw, veeteelt en industrie. ‘Arbeid’ is het centrale thema in deze schildering, uitgebeeld door het oogsttafereel in het midden, de veeteelt rechts en het turfgraven in de Veenkoloniën links.   

De oostelijke wand toont handel en scheepvaart, wat de relatie van de stad met de rest van de wereld uitbeeldt. Op de achtergrond zijn de pakhuizen van de Oosterhaven te zien. De westelijke muur is door Dijkstra statisch en rustig gehouden. Hier wilde hij uitdrukking geven aan het belang van het huwelijk voor de gemeenschap: het huwelijk als grondslag voor de maatschappij. Een van de thema’s hier is ‘bouwen’. Om hieraan vorm te geven schilderde hij een historisch beeld van de binnenstad (vanaf de Grote Markt naar het westen) en een groepje arbeiders.

Dijkstra hield met zijn themakeuze rekening met de inrichting van de trouwzaal. Bezoekers van de zaal zaten destijds met het gezicht naar de westelijke wand. ‘Na de plechtigheid wacht het volle leven en de arbeid’, schreef Dijkstra. Als de bezoekers opstaan en weggaan zien ze de andere twee wanden. Die moesten daarom ‘een opwekking geven tot actieve deelname aan het leven’.

Johan Dijkstra geldt als een van de belangrijkste Groningse kunstenaars van de twintigste eeuw. Hij werd opgeleid aan de Academie Minerva als leerling van onder andere F.H. Bach. In 1918 richtte Dijkstra met Jan Altink, Jan Wiegers en George Martens de Groninger kunstkring De Ploeg op.

Naast Ploeglid was Dijkstra onder meer lid van De Onafhankelijken en Arti et Amicitiae. Hij ontving in 1925 de Willink van Collenprijs. Vanaf 1930 stortte Dijkstra zich op de monumentale kunsten. De voorstudie voor wandbeschildering heeft uiteindelijk in 1938 geleid tot de drie wandbeschilderingen in de trouwzaal van het Stadhuis.

Bij de onthulling van de gedenkramen in het Groninger Academiegebouw in 1951 werd Dijkstra benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en in 1957 ontving hij de Culturele prijs van de provincie Groningen. In Ten Boer is de naar hem genoemde Johan Dijkstrastraat te vinden.

Facts & Figures.

  • Kunstenaar(s)
    Johan Dijkstra

  • Jaar van realisatie
    1938

  • Collectie
    Stadhuiscollectie

  • Kunstsoort
    Schilderkunst

  • Techniek
    Gemengde techniek

  • Etage
    Begane grond