Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Werken in de kunst

Gastdocent (Frank Mohr Instituut) en beeldend kunstenaar Marc Bijl

Door: Eva Elaine, 12 april 2018

Onlangs kwam hij binnen op nummer 35 van de top 50 van de belangrijkste hedendaagse kunstenaars van Nederland. Nummer 35, oftewel kunstenaar Marc Bijl (1970), exposeerde in 2012 in het Groninger Museum en doet sinds 2015 studiobezoeken als gastdocent aan het Frank Mohr Instituut (FMI) te Groningen. Kunstspot vroeg hem naar zijn rol als kunstenaar en gastdocent. ''Ik ben graag de outsider die af en toe even komt buurten.''

Wat houdt jouw werk bij het Frank Mohr Instituut in?

“Naast het vaste team van docenten worden de studenten ook in contact gebracht met gastdocenten. Ik ben zo'n gastdocent en ik kom elke maand langs. Het belangrijkste verschil is dat ik daar meer als kunstenaar ben en minder als docent. Ik ben een soort sparringpartner: ik toon meer de kunstenaarskant en praat meer op het niveau van collega's met de studenten. Daarbij heb ik geen beoordelingsbevoegdheid en daardoor krijg je andere gesprekken. En dat is ook de status die ik nu een beetje gekregen heb en die ik graag zo houd: ik ben de outsider die af en toe even komt buurten.“

Waarom ben je dit werk gaan doen?

“In de eerste plaats leek het mij een leuke ervaring. De gesprekken met de studenten zijn vrij lang, diep en interessant. Eén keer per semester naar Groningen komen vind ik daarom te weinig. Ik kom graag vaker zodat ik een visie kan helpen ontwikkelen. En zolang het mogelijk is blijf ik daar.“

Wat zijn de leuke aspecten?

“Het leukste is absoluut het contact met de studenten. Deze jonge generatie kunstenaars heeft een andere beleving van de wereld. Dingen als waar ze het nieuws vandaan halen, of hun beeldtaal, of überhaupt hun idee van het kunstenaarschap. Die komen uit een compleet ander vaatje, simpelweg omdat de wereld zo veranderd is. Wat het mij brengt is dat ik op een intensieve manier met mensen in contact kom die de dingen compleet anders waarnemen. En dat is niet alleen omdat ze van een andere generatie zijn; bij het FMI heb je ook studenten uit Peru, China of Amerika. En het is prachtig om jonge mensen uit al die verschillende continenten aan een tafel te zien zitten terwijl ze een recept uit Egypte koken van een Egyptische kunstenaar. Ja, dan krijg je weer vertrouwen in de mensheid en ook in de kunst. Want de connectie die er op dat moment tussen hen is, al weten ze dat zelf misschien nog niet, is toch de kunst. Die frisheid hebben ze mij teruggegeven, die was ik een beetje kwijt.”

En wat zijn de minder leuke aspecten?

“Zelfs als gastdocent moet je soms toch in een oordelende rol stappen en dat vind ik minder leuk. Want ik kan wel een oordeel geven, maar dat is mijn mening. En daar moet zo'n student zich eigenlijk niks van aantrekken. Want misschien zie ik het wel verkeerd. Maar goed, aan de andere kant, het is wel het FMI, het is wel een master degree die je uiteindelijk ontvangt. En daar zitten een aantal spelregels aan en dat weet je als je eraan begint, dus daar moet je het dan mee doen. Je eigenzinnigheid omzetten in doelgerichtheid. Al is het alleen al om een diploma te halen. En daarna kan je alsnog doen wat je wilt.”

Wat is de belangrijkste les die je de studenten mee wilt geven?

“De lol erin houden en als de lol eraf is zorgen dat je de boel goed afgerond hebt en het doel behaald. Dus dat je de twee kanten van de medaille wel allebei moet accepteren. De vrije, freaky ontwikkelfase en daarna het presenteren en het representeren. Want ook al heb je het werk al drie keer eerder opgebouwd, je moet het nog steeds fantastisch kunnen vinden en het graag voor de zoveelste keer uit willen leggen. En dat je dit dus ook leert en uiteindelijk kunt. Heb vertrouwen in je eigen werk en wees niet te beroerd om het voor de honderdste keer te tonen en uit te leggen.” 

Wat voor opleiding heb je zelf gedaan?

[Marc lacht] "Ik begon aan de MTS, maar heb die niet afgemaakt. Daarna ben ik in 1997 afgestudeerd aan de kunstacademie in Den Bosch.”

Hoe ben jij als kunstenaar veranderd sinds je bent afgestudeerd?

“Als kunstenaar zat ik vroeger in een soort verzet-modus. Er was toen veel te doen over research kunst en projectmatige kunst. Ik vond dat vervelend, dus heb ik mij daartegen afgezet. Wat ik wilde was het romantische beeld van de kunstenaar. En dan niet dat beeld van de kunstenaar die alleen op z'n zolderkamer zit, maar het ook daadwerkelijk als kunstenaar leven. Ik vond het belangrijk een beetje rock-'n-roll in mijn kunst te brengen en ook in mijn leven. Want dat miste ik om mij heen. Ik zag vooral de kunstenaar die altijd maar in zo'n projectopzetje moest werken. Ja dat vond ik heel vervelend zelfs. 
"Mijn helden waren 'lone wolves', zoals Andy Warhol en Sol LeWitt. En natuurlijk hadden zij wel assistenten; ze werkten niet alleen. Maar er is er maar één de baas en dat is de kunstenaar! Dat vond ik belangrijk en dat leven heb ik toen geleefd. In de kunstwereld is sindsdien veel veranderd, maar de reden om kunstenaar te worden is voor mij hetzelfde gebleven. Dat romantische deel wil ik nooit verliezen. Wat ik echter wel merk is dat wat ik toen verschrikkelijk vond aan al die research kunst, ik nu juist heel erg kan waarderen. De houding spreekt mij erg aan. Bepaalde kunstenaars die dit doen wil ik dus ook in Groningen tonen en met de studenten van het FMI bespreken.”

Waarom wil je de studenten in contact brengen met kunstenaars die op research basis werken?

“Het idee is om kunstenaars die ik waardeer omdat ze zo'n houding hebben naar Groningen te brengen. Ze staan op zichzelf, maar kunnen en willen niet alleen werken. Ze hebben een soort projectmatige en onderzoekende houding die nooit stopt waardoor ze meestal geen ‘galerie kunstenaars’ zijn geworden zoals ik. Dat wilde ik trouwens ook niet worden, maar ik heb het gevoel dat ik dat geworden ben. De kunstenaars die projectmatig en op research basis bezig zijn doen vaak heel gericht hun eigen ding en passen daarom niet in het systeem van conventionele galeries en kunstbeurzen. Ik merk nu dat ik die kunstenaars erg waardeer om precies die houding. Daarom zou ik ze aan mijn studenten willen voorstellen.”