Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Interview

Kunstenaar Lambert Kamps over zijn werk in het Tschumipaviljoen

Door: Dinnis van Dijken, 2 februari 2021

Tijdens de lockdown zijn er nog maar weinig plekken waar je kunst kan aanschouwen, maar gelukkig hebben we hier in Groningen nog altijd het Tschumipaviljoen. Op het Hereplein is momenteel het werk DichtLicht van Lambert Kamps (Groningen, 1974) te zien. Een display dat bestaat uit pneumatisch aangedreven staaflampen is door Kamps ontworpen en biedt de komende weken een platform voor het werk van vijf dichters. De lampen schuiven langzaam in en uit gesloten kokers en vormen op een hypnotiserende manier de woorden van de dichters. In de donkere wintermaanden is het een fascinerend schouwspel dat ons nieuwsgierig maakte om de maker beter te leren kennen. 

Je noemt jezelf vaak een kunstenaar en ontwerper, waar zit het verschil tussen deze twee begrippen voor jou?

“Voor mij ligt het aan de situatie waarin ik me verkeer. Het punt is dat ik vooral ruimtelijk werk maak en dat heeft als nadeel dat de materiaalkosten vrij hoog zijn. Daardoor ben ik redelijk afhankelijk van opdrachtgevers om mijn projecten te kunnen bekostigen. Maar de opdrachtgever bepaalt ook vaak welke richting je op gaat en wat voor vrijheid er bestaat binnen de opdracht zelf. Desondanks ben ik altijd met meerdere dingen tegelijkertijd bezig en ontwerp ik ook exposities en doe ik het inrichtingswerk voor tentoonstellingen. Je moet altijd meer dingen doen om geld te verdienen om andere dingen te doen.” 

De TubeLamps die je gebruikt voor het werk in het Tschumipaviljoen kennen een lange geschiedenis binnen jouw werk. Zou je kunnen uitleggen hoe het idee ontstaan is?

“Dat is eigenlijk een heel lang proces geweest. Ik werkte ooit met hydrauliek voor een werk van mij getiteld Reversor (2005). Het idee daarachter was dat bepaalde handelingen meestal onomkeerbaar zijn, zoals in dit geval het vellen van een boom. Maar met de Reversor kon je een boom weer terugzetten in de oorspronkelijke positie om te kijken of je dat misschien liever had gehad. Om dit mogelijk te maken maakte ik gebruik van hydraulische cilinders die mij vervolgens weer het idee gaven om deze techniek te gebruiken een mechanisch dimbare lamp te maken. De manier waarop dat werkte was redelijk simpel: hoe verder de lamp uit zijn koker schuift, des te meer licht hij geeft en vice versa. Dat dit werkte was heel leuk, maar eigenlijk vond ik de manier waarop de lamp bewoog veel leuker. Daarom heb ik het verder ontwikkeld en heb ik het eerst gebruikt om een digitale klok mee te maken. Wat mij vervolgens weer het idee gaf dat ik de installatie zou kunnen gebruiken om een tekstdisplay te maken. Ik heb toen een voorstel ingediend voor het Amsterdamse Light Festival 2017. Mijn voorstel werd geselecteerd maar ze hadden liever het idee van de klok omdat het beter paste bij het festival. Ik kreeg in ieder geval een flink budget om de lampen verder te ontwikkelen zodat deze geschikt waren om buiten gebruikt te kunnen worden. Het idee om deze lampen te gebruiken voor tekst kwam pas echt in ontwikkeling doordat het Tschumipaviljoen een project zocht dat met licht werkte, zodat het in de wintermaanden getoond kan worden en het liefst iets wat meerdere jaren gebruikt zou kunnen worden. Dus heb ik mijn voorstel voor DichtLicht ingediend en zodoende is alles ontstaan.” 

En nu wordt het dus gebruikt om een platform te bieden voor vijf dichters?

“Ja, het werk staat er voor drie maanden en ik dacht dat het te saai zou zijn om zo lang maar één stuk tekst te laten zien. Dus ik heb vijf heel verschillende dichters geselecteerd en hen gevraagd of ze werk hadden dat bij het thema zou passen of dat ze nieuw werk konden maken. Dat is een vrij lastig gegeven, omdat het werk maar acht karakters tegelijkertijd kan laten zien. Dus binnen die acht karakters passen alleen een woord of twee. Momenteel is het werk Ik Jij Wij van Emily Wortel te zien. Haar gedicht neemt het over van het gedicht Heen en terug van Tjitse Hofman dat al vanaf de start op 4 december was te zien. Na Emily staat nog werk van Charlotte Beerda, Cissy Gressmann en Esmé van den Boom op het programma.” 

Zijn er nog meer werken van jouw hand die in de publieke ruimte zijn geïnstalleerd die we momenteel zouden kunnen zien?

“Dat zijn er best wat! Op het kantoor van de gemeente Groningen in de Euroborg hangt een wandobject dat ik heb gemaakt in samenwerking met Tjeerd Veenhoven, genaamd Groninger Universalis (2014). De fietsroutes met schilderijen van De Ploeg langs de kant van de weg heb ik ontworpen en zelf uitgevoerd. Dan is er verder nog het uitkijkpunt bij Lauwersoog: daar heb ik samen met Ben van der Meer een nieuw uitkijkpunt ontworpen die je gewoon kunt bezoeken. Ook bij de Fraeylemaborg in Slochteren staat een werk van mij, gemaakt uit een gerecyclede kerktoren. Verder komt er nog de Kinderbiënnale in het Groninger Museum in juni. Daarvoor maak ik een grote opblaasbare knuffelgrot dat vergelijkbaar is met mijn werk Cosy Shelter. Maar ik heb nu wat meer ruimte en daarmee de mogelijkheid om het werk nog groter en spannender te maken!” 

 
Het werk DichtLicht is te zien tot en met 11 april 2021 in het Tschumipaviljoen. Meer informatie is te vinden via kunstpuntgroningen.nl/tschumipaviljoen
 
Kijk hier voor meer informatie over het werk van Lambert Kamps www.lambertkamps.com/nl/news