Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

In het atelier van kunstenaar Lola Díaz Cantoni

Hybride praktijken zijn in de hedendaagse kunstwereld eerder de norm dan de uitzondering geworden, waardoor je meer dan alleen artistiek talent nodig hebt om echt uit te blinken. Een kunstenaar die verder gaat dan de rest is Lola Díaz Cantoni (Buenos Aires (Argentinië), 1993), iets wat ook werd gezien door het Mondriaan Fonds, dat een Kunstenaar Start-bijdrage aan haar toekende. Naast kunstenaar is ze ook onderdeel van het dagelijks bestuur van ARTisBOOK: een onderzoeks- en presentatieruimte voor kunstenaarsboeken en hun makers, dat verbonden is aan veel projecten in Noord-Nederland. We ontmoeten haar in haar studio om te praten over haar achtergrond en haar diverse praktijk.

“Ik ben opgegroeid tussen creatieve mensen, mede dankzij mijn ouders die beide kunstliefhebbers zijn en veel vrienden hebben die actief zijn in de creatieve sector. Ik heb veel analoge fotografie gedaan toen ik een tiener was en ik heb een diploma in Artistic Direction. De studie richtte zich meer op reclame en de commerciële kwaliteiten daarvan, terwijl ik meer geïnteresseerd was in potentiële creatieve en esthetische ervaringen; zodoende verlangde ik naar een meer autonome praktijk. Dit is een van de redenen waarom ik besloot om kunst in Europa te gaan studeren en waarom ik in 2013 naar Engeland verhuisde. Ik werkte als au pair terwijl ik mijn zoektocht naar alles wat met kunst te maken had zelf voortzette. Toen ik op een gegeven moment vrienden ging opzoeken in Nederland, raakte ik verliefd op het land, en besloot te bijven. Oorspronkelijk wilde ik naar Amsterdam voor de studie, maar nu ik terugkijk ben ik blij dat ik aan Academie Minerva in Groningen heb gestudeerd. Het was een zeer gezonde en ondersteunende omgeving, terwijl het ook een uitdagend en stimulerend curriculum bood. Zodra ik hier aan mijn studie begon, ben ik ook vrijwilligerswerk gaan doen in de lokale kunstscene. Daarnaast organiseerde ik zelf lezingen en cursussen over diverse onderwerpen en startte ik een collectief met Jorien Ketelaar.

Ik zie mezelf als een kunstenaar-facilitator: ik creëer situaties en ruimtes waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en waar dialoog kan plaatsvinden. Thema's als voedsel en duurzaamheid, en hoe we deze dingen onderdeel laten uitmaken van ons dagelijks leven, zijn belangrijk in mijn artistieke praktijk. Ik maakte deel uit van het One Hundred Dinners-project van Tom Oliver Jacobson en voor mijn bijdrage organiseerde ik een “rood” diner met tomaat als hoofdingrediënt en thema. Het was een geweldige ervaring, maar ik besefte dat ik liever een gastheer ben dan de chef-kok, aangezien je anders te gefocust bent op het koken, wat slechts één aspect is van een diner. Daardoor kun je niet echt met het publiek communiceren op een manier die voor mij zinvol zou zijn. Momenteel neem ik deel aan een project georganiseerd door Chiara Tammaro van Moshpit of Creation, die werkt aan een fiets met een voedselautomaat erop, waarvoor ik een bijdrage lever die draait om een traditionele Argentijnse specerij genaamd chimichurri. In vergelijking met veel kunst is eten een geweldige manier om je open te stellen voor een groter publiek, omdat het van nature meer open en toegankelijk is. Terwijl het ook veel historische en culturele connotaties heeft die voor mij als kunstenaar eveneens interessant zijn.

Het leven kan lastig zijn als kunstenaar omdat er altijd veel dingen tegelijkertijd op je afkomen; je persoonlijke en professionele leven zijn nauw met elkaar verbonden en er is altijd de druk om een efficiënte werker te zijn, maar ik geloof dat vooral momenten van rust en stilte noodzakelijk zijn voor kunstenaars. Nadat ik van het Mondriaan Fonds een Kunstenaar Start-bijdrage had ontvangen, besloot ik dat het een goed moment was om even stil te staan bij mijn artistieke praktijk en deze in volle omvang opnieuw te evalueren. Dankzij het fonds heb ik nu eindelijk de tijd om me te verdiepen in onderzoeksvragen die langer duren dan alleen losse projecten. De afgelopen jaren ben ik zeer actief geweest met het opzetten van platformen zoals Lack of Feedback, een feedback-groep, en de Does It Have A Name?-performance-avonden, die ik nog steeds beschouw als een integraal onderdeel van mijn artistieke praktijk, net zoals mijn andere nevenactiviteiten, zoals onderdeel zijn van de creatieve teams van ARTisBOOK en kunstinitiatief Voorheen de Gemeente. Maar nu wil ik hier als kunstenaar deel van uitmaken, en minder als organisator. Zo wil ik de tijd nemen om de losse lijnen die in mijn werk bestaan, te verkennen en met elkaar verweven te laten raken.”