Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Een kijkje in het atelier van kunstenaar Klaas Lageweg

Als je in Groningen rondfietst, dan kan het niet anders dan dat je het werk van Klaas Lageweg (Koudum, 1978)  tegenkomt. Zijn werk siert een groot aantal prominente plekken in de stad: van Paradigm tot de Rademarkt en van DOT tot aan het Hoofdstation. Deze selfmade man timmert al jaren aan de weg en denkt er nog lang niet aan om te stoppen. Wij spraken de kunstenaar in zijn atelier net buiten Stad.

“Ik heb bouwkunde gestudeerd en een tijdje in die sector gewerkt, maar ik miste aldoor een creatieve uitlaatklep en het losse, rauwe randje van het werken op straat. Ik heb altijd veel geskateboard en getekend en deze waren door mijn jeugd heen mijn grootste uitlaatklep. De straat heeft mij altijd het meeste geleerd en ik houd ervan om dingen zelf te moeten uitzoeken. Deze nieuwsgierigheid en self-made mentaliteit geeft je kracht en een drive die geen enkele officieuze opleiding je ooit zal kunnen geven. Mijn striptekeningen veranderden door de jaren heen langzaamaan naar het maken van graffiti letters, wat in essentie een spel in vormtaal is. De graffiti en skatescene staat bekend als los en rauw, maar er heersen regels die gelijkend zijn aan wat je normaal bij hardcore ballerina’s vindt; alles draait om discipline, vorm en compositie. Ik liet dat gaandeweg los en begon mij te interesseren voor 3D graffiti. Dit gaf mij meer vrijheid om binnen de composities te spelen met dingen als licht en vorm. Door de jaren heen begon ik steeds realistischer te werken en werd ik uitgenodigd om aan exposities deel te nemen. Toen ik 27 jaar terug besloot dat ik grote murals wilde gaan maken, was het nooit in mij opgekomen dat het ooit een echte carrièreoptie zou kunnen zijn. Graffiti was vroeger echt een subcultuur en iets wat alleen in de schaduwen bestond. Niemand kon je vertellen hoe dingen gedaan moesten worden en dat moest je zelf maar uitzoeken. Als je niet ondernemend was, dan kwam je ook nergens. Dat dit ertoe zou leiden dat ik door heel Europa reis om murals te maken had ik me toendertijd nooit kunnen voorstellen.

Het werken op straat is altijd onvoorspelbaar; soms schuurt een hond langs een groot vlak dat je net hebt geverfd, soms denkt de politie dat je illegaal aan het werken bent en wordt je bijna gearresteerd. Maar ik houd wel van deze onvoorspelbaarheid en van dat rauwe losse randje. Voor mijn werk is de omgeving mijn belangrijkste inspiratiebron en bij elke nieuwe locatie probeer ik de essentie van die plek te vinden. Ik doe vooraf geen onderzoek, maar probeer mij op de plek zelf volledig open te stellen voor wat er allemaal plaatsvindt. Ik praat met mensen, kijk om mij heen en probeer alles in één beeld samen te brengen en er mijn eigen twist en lading aan mee te geven. Ik zie het als de taak van een kunstenaar om de samenleving een spiegel voor te houden zonder er te veel over te oordelen. Bij sommige ontwerpen ligt de betekenis van het werk voor de hand, maar andere dingen zijn doordenkertjes. In mijn werk meng ik abstractie, realisme en pixels. Grafisch gesproken zijn mijn werken strak en gedisciplineerd en sluiten goed aan bij de digitale tijdgeest van nu. Om een bepaalde voorspelbaarheid te doorbreken begin ik soms met abstracte expressie en daarna vul ik het in met realistische en gepixeleerde elementen. Dit geeft verrassende werken, ook voor mijzelf. Uiteindelijk wil je je blijven vernieuwen met als doel de essentie te raken, dat ergens tussen alles en niets zit."