Naar inhoud

Hier een cookie tekst met verwijzing naar de cookies pagina.

Kunst kijken

Anders leren kijken naar kunst: het verleden plaatsen in het heden

Door: Michiel Teeuw, 2 augustus 2021

In de serie Anders leren kijken naar kunst onderzoeken we verschillende manieren van kijken naar kunst, zodat je extra veel uit je bezoek aan een expositie kunt halen. Voor elk deel in deze serie zal een gids, die expert is in zijn of haar manier van kijken, ons meenemen naar de vaste collectie van het Groninger Museum. In deze tweede aflevering: hoe kan kunst je nieuwsgierig maken naar het verleden en hoe plaatsen we het in het heden? Cissy Gressmann (1985), ‘Praatjesmaker’ bij het Groninger Museum, leert ons op deze manier naar kunst te kijken. "Als je observeert vanuit je hart, vind je altijd iets dat raakt."

Cissy Gressmann werkt sinds 2018 bij het Groninger Museum en heeft gestudeerd aan de Minerva Academie voor Popcultuur. Ze werkt daarnaast onder andere als spoken word artist en bij Urban House Groningen. “Bij het Groninger Museum moesten ze gelijk aan mij denken toen ze zochten naar ‘Praatjesmakers’ mensen die door het museum lopen en bezoekers aanspreken.” Samen met bezoekers kijkt ze naar een kunstwerk en maakt daar met hen verhalen bij. “Je krijgt veel verhalen mee, echt een blauwdruk van de bezoekers. Ik heb soms wel één uur met een bezoeker gepraat en een heel levensverhaal gehoord naar aanleiding van een kunstwerk.” 

Bepaalde dingen leer je collectief op school, waardoor je daar een collectief empathisch vermogen voor hebt, terwijl je andere dingen niet leert - en dan mist het inlevingsvermogen.
Cissy Gressmann

Wat voor bezoekers spreek je het meest? “Ik probeer verschillende mensen aan te spreken. De bezoekers die je het vaakst in het museum ziet zijn hoogopgeleide vrouwen van meestal West-Europese afkomst. Ik hoop altijd allerlei typen bezoekers tegen te komen. Het is ook natuurlijk maar net wanneer je werkt en wat voor tentoonstelling er hangt, in hoeverre herkennen mensen zich daarin. De Stones-tentoonstelling trok ook een bepaald publiek; een publiek dat van muziek houdt. Maar qua bezoekers was CHIHULY wel diverser en bij de tentoonstelling over Vrouwenkiesrecht waren er veel vrouwen natuurlijk. De Ploeg-expositie was meer gericht op makers; lokale bezoekers, kunstenaars en mensen die daar een achtergrond mee hadden: zij kennen de oom van de opa van de tante van zo’n schilder. Maar er was niet één tentoonstelling waarvan ik dacht, daar kwamen vooral Surinamers op af."

Naast Praatjesmaker werkt ze als projectcoördinator aan een manifestatie over slavernijverleden in Groningen. “In 2022 komt er in samenwerking met meerdere musea en partners een manifestatie over het gedeelde verleden dat we samen hebben als Groningen, stad en provincie. Wat is daar te vertellen over het slavernijverleden? Je kijkt niet alleen naar het verleden, maar ook naar het heden. Hoe heeft het verleden invloed gehad op het heden – dat vind ik persoonlijk heel interessant. Hoe leven we nu samen, zijn we ons bewust van een gezamenlijke geschiedenis? Het gaat om erkenning natuurlijk. Bepaalde dingen leer je collectief op school, waardoor je een collectief empathisch vermogen daarvoor hebt, terwijl je andere dingen niet leert, en dan mist het inlevingsvermogen. Zo krijg je wrijving in de samenleving, en dat is zonde, helemaal in Groningen. Ik vind Groningen een hartstikke fijne stad, het is jammer als er onnodig kwetsuur en onbegrip is.”

We lopen in het Ploegpaviljoen langs het zilverwerk richting een zaal vol schilderijen. Cissy loopt de ruimte rond en kijkt waar de werken gemaakt zijn. “Italië. Duitsland. Dit is wel een vrij Europese ruimte. Hier, wijst ze, een Europese marktplaats. Nog een keer Italië.” Het is natuurlijk een hele kleine zaal, zegt ze, en zoveel kan er niet worden opgehangen hier, maar: “Je kan je natuurlijk afvragen, als je woke wilt zijn, waarom de enige zwarte figuur in deze ruimte een figuur uit de Bijbel is. Dat zou ik dan graag vragen, zonder daar vooraf over te oordelen.”

Het schilderij Aanbidding der Koningen van Peter Paul Rubens trekt onze aandacht. “Dit is de olieverfschets van een groot schilderij. Bijbelse thema’s, de drie wijzen. Wat mij opvalt is dat de baby blond haar heeft, maar dat kan natuurlijk gewoon – sommige mensen hebben blond haar en dan is het binnen drie jaar gitzwart. Want ik neem aan dat dat Jezus moet voorstellen, die komt toch niet uit Scandinavië? En wat doet het ertoe? Ja, representatie. Ik vind het wel ingewikkeld om dat helemaal uit te leggen. Ik vraag me wel af van: goh, dat is wel blond voor een kindje dat in het Midden-Oosten geboren is. Maar goed, ik ken ook blonde Syriërs.”

We lopen door naar de zaal Reis door de Tijd. Cissy vertelt dat haar favoriete object in de ruimte de ranja is. “Ik dacht vroeger altijd dat ranja gewoon ranja was, maar ranja is blijkbaar limonade en ranja is de merknaam. Daar kwam ik achter tijdens het ‘praatjesmaken’. Als je in een museum rondloopt dat zo groot is als dit, kan je nooit alles in een dag zien. Maar als je het vaak doet, zie en lees je op een gegeven moment álles. Het merk ranja van de firma is Kelmer-Polak. Dat is leuk, want Polak is ook een niet-Hollandse naam. Dat betekent dus dat we vrij rijk zijn wat betreft diversiteit en culturen door migratie, maar dat wisten we al. Dit vind ik echt het tofste stuk hier.” 

We lopen een eind door naar de tentoonstelling over De Ploeg. “Ik heb bezoekers gevraagd: als deze mensen allemaal in de kroeg zitten, wat voor personen zijn het dan? Dat is wel weer een beetje weggetrokken van het oorspronkelijke doel. De Ploeg vind ik leuk omdat het kleurrijk is en wat vertelt over het expressionisme in Groningen.

Ze kijkt naar Danspaar van Jan Wiegers. “De portretten zijn natuurlijk super inclusief omdat mensen groene hoofden hebben. Er zijn dansende mensen. Het is grappig dat iedereen is paars, geel, en groen is, maar deze man heeft zijn eigen kleur, namelijk bruin. En die vrouw lijkt een beetje alsof ze mijn neus heeft. Dit maakt me wel nieuwsgierig, ik heb het idee dat het toen al kleurrijk was in Groningen. Omdat ik bicultureel ben vind ik dat interessant.”

De volgende ruimte, de Erflaterszaal, hangt vol hoffelijke portretten van een paar eeuwen terug. “Als ik hiernaar kijk vraag ik me ook alle invloeden af van de Spanjaarden en Fransosen. Ik heb me niet heel erg verdiept in deze zaal. Misschien kan ik me beter de vraag stellen: waarom heb ik me niet zo verdiept in deze zaal? Maar ja, dan kijk je wat er allemaal hangt.” Cissy’s oog valt op Jan Albert Sichterman van CL Haverkamp. Ze leest voor: "Sichterman maakt carrière in de Oost, vond daar zijn vrouw, was werkzaam op de VOC-vestiging. Hij kwam 1750 terug in Groningen om een kolossaal huis aan de Ossenmarkt te realiseren." Wat vind ze ervan dat deze persoon wordt afgebeeld? "Dat het hier hangt, is deel van de geschiedenis. Over zijn carrière ben ik niet heel enthousiast. Ik zou wel meer context willen lezen."

Wees nieuwsgierig, kijk met een open blik, en voel je vrij om er je eigen verhaal bij te verzinnen.
Cissy Gressmann

We eindigen bij een bord dat de vaste collectie beschrijft als ‘een afspiegeling van de cultuur van de Groningers uit stad en ommeland, en hun liefde voor verzamelen’. “Dat is ook wat we hebben gezien. Een mooie representatie, toch? Alleen, is het nog actueel is een interessante vraag? Maar geschiedenis is altijd actueel. Is de geschiedenis compleet? Dat weet je ook nooit, want ik weet niet of wat mijn buren mij vertellen ook honderd procent waarheidsgetrouw is. Volgens mij weet je als mens heel veel, maar je kan je eigen geheugen niet eens vertrouwen. Dus, waar houdt het op? Waar trek je de grens? Wat zal er in de toekomst hangen: hoe zou je het over veertig jaar inrichten?”

Wees nieuwsgierig, kijk met een open blik en voel je vrij om er je eigen verhaal bij te verzinnen, geeft ze als advies. "Als je vanuit maatschappelijke context wilt observeren, probeer dan verder te kijken dan je eigen perspectief. Daarvoor moet je weten wat jouw bubbel is. Bij een museumbezoek stap je een nieuwe wereld in, waar je je eigen perspectieven kan toetsen aan het werk van een ander. Zelfs kunst waarvan je denkt dat het niets met jou te maken heeft, kan ineens heel dichtbij komen. Als je observeert vanuit je hart, vind je altijd iets dat raakt.”